Spelletjes zijn voor mij onwijs belangrijk. Het belang van plezier beleven met elkaar, samenwerken en samen een band opbouwen maakt dat ik het liefst dagelijks iets inplan. Hieronder vind je 10 spellen die in de smaak vallen bij de kinderen.
- Kranten mep
Nodig: een opgerolde krant en een kring. Iemand begint met de krant in het midden. De spelleider noemt een naam. Degene in het midden moet nu zo snel mogelijk diegene proberen te meppen met de krant, tenzij het genoemde kind op tijd een andere naam weet te noemen.
2. Hoekenspel
Voor dit spel heb je geen materiaal nodig. Geef elke hoek van het lokaal een naam bijvoorbeeld 1,2,3 en 4. Een speler wordt uitgekozen als leider. Hij of zij komt voor in de klas staan en telt met de ogen dicht tot 5 (snelle versie) of 10. De overige spelers proberen zo stil mogelijk naar een hoek van het lokaal te gaan en blijven hier staan. Vervolgens noemt de leider de naam van een hoek. Iedereen die in die hoek staat is af en gaan zitten of doen een opdracht. Staat er niemand? Dan verliest de leider 1 van de 3 levens.
3. Levend memory
Ook voor dit spel is geen materiaal nodig. Twee (of meer) spelers verlaten het lokaal. De rest van de spelers maken tweetallen en bedenken samen een beweging die zij allebei kunnen doen. Vervolgens komen de spelers van de gang weer binnen en mogen zij raden welke spelers samen een tweetal hebben gevormd door twee mensen aan te wijzen. Zij maken vervolgens allebei de afgesproken beweging. Klomt de beweging overeen dan mag de speler nog een keer raden en krijgt hij een punt. Klopt het niet, dan is de andere speler aan de beurt.
4. Flipping
Nodig: een voorwerp (zoals een tennisbal, etui of gum) en een tafel. Twee spelers staan aan beide kanten van de tafel. De docent is de spelleider. Hij geeft alle deelnemende spelers de opdracht om vast dingen met twee handen vast te pakken zoals “tafel” of “hoofd”. Wanneer de leider echter “Flipping!” roept moeten beide spelers zo snel mogelijk proberen het voorwerp in het midden van de tafel te pakken. De speler die het voorwerp heeft wint de ronde.
5. Politie en boefje
Voor dit spel is geen materiaal nodig. Eén of meerdere spelers zijn de politie agenten en tellen met hun ogen dicht tot 10. De overige spelers zijn de boeven die ergens in de ruimte een standbeeld positie innemen. Het doel voor de boeven is om zo lang mogelijk ongezien te bewegen. De politie probeert hen op heterdaad te betrappen tot er één speler overblijft. Let op: geen discussie! De politie heeft altijd gelijk en speelt eerlijk
6. Stop dans
De leerkracht zet muziek op en de leerlingen bewegen vrij door het lokaal heen. Wanneer de muziek echter stopt is het zaak om zo snel mogelijk te bevriezen. Probeer zo moeilijk mogelijke houdingen aan te moedigen en af te wisselen met de lengte en frequentie van de stops.
7. Plakband
Stuur de hele groep kort naar de gang en hang ergens een rolletje plakband op. De kinderen komen weer binnen en gaan stil op zoek. Wanneer iemand het rolletje gezien heeft, gaat hij of zij stil zitten. Hoelang duurt het voor iedereen het rolletje heeft gespot?
8. Uitbeelden
Voor dit spel kun je op mijn website uitbeeldkaartjes downloaden. Deze zijn te vinden bij lesmateriaal. In groepjes van +/- 4 krijgen de kinderen een stapel met kaartjes. Iemand begint door het bovenste kaartje te pakken en deze uit te beelden aan de rest van het groepje. Degene die het goed raadt, wint het kaartje en trekt de volgende om uit te beelden. Wie verzamelt de meeste kaartjes?
9. Fruitmand
Voor dit spel kun je op mijn website fruitmand kaartjes downloaden. Deze zijn te vinden bij lesmateriaal. Geef alle spelers een kaartje met daarop een fruitsoort. Hoe meer soorten fruit, hoe moeilijker het spel. Maak een kring met één stoel te weinig. Deze speler staat in het midden en gaat proberen een stoel te bemachtigen zodat iemand anders in het midden komt. Dit doet hij door een fruitsoort te zeggen, bijvoorbeeld ‘Appel!’. Alle kinderen die een appel op het kaartje hadden, moeten nu een andere plek in de kring zoeken. Wanneer de speler in het midden “fruitmand” roept moet iedereen opstaan en een nieuwe plek bemachtigen.
10. Bonus: draai ze om / kwartetten (buiten)
Deze twee spellen kunnen het best buiten worden gespeeld. Voor ‘draai ze om’ heb je een stapel hoedjes (pylonen) nodig. Leg de hoedjes verspreid over het speelveld op de kop of goed om neer. Verdeel de groep in twee teams. Team 1 wilt alle hoedjes op het veld rechtop krijgen. Team 2 wilt juist het tegenovergestelde. Als alle hoedjes 1 kant op liggen heeft een team gewonnen.
Voor kwartetten zijn vier soorten voorwerpen vier keer nodig (bijvoorbeeld 4 tennisballen, 4 hoepels, 4 kegels en 4 springtouwen). Verdeel de groep in vier teams. Ieder team krijgt aan het begin van het spel 1 van elk voorwerp en start met de voorwerpen op de grond in een hoek van het veld. Het doel is om zo snel mogelijk vier dezelfde voorwerpen in jouw hoek te verzamelen.