Tijdens de spellingsles op maandagochtend is groep 4 bezig met samengestelde woorden. Een vogel en een huis worden samen een vogelhuis(je), een voet en een bal een voetbal. Ik neem aan dat je, gezien de titel, ziet waar dit heen gaat?
De juf van de andere groep 4 had een hartstikke leuke werkvorm bedacht; een A4’tje een stukje inknippen en omvouwen zodat er 4 “kastjes” ontstaan. Op de deurtjes van de kastjes mochten de kinderen dan twee woorden tekenen en schrijven, en wanneer dan het kastje open ging stond daar het samengevoegde woord.
De mooiste dingen kwamen voorbij: van ijsjes en beren, tot handen en schoenen. Eentje spande echter de kroon. Na drie vrij serieuze tekeningen kwam opeens een gedetailleerde balzak tevoorschijn achter kastje 4. Bal + zak = … Nou, mij kon je opvegen! Op zo’n moment weet ik weer waarom ik zo graag meester wil worden.